Onderzoekscommissie mortierongeluk Mali: Defensie was jarenlang nalatig

Wait 5 sec.

Defensie is nalatig geweest rond het dodelijke mortierongeluk in Mali in 2016. Dat concludeert een onafhankelijke commissie die onderzoek deed naar het ongeluk. Tijdens een oefening in Mali kwamen twee Nederlandse militairen om het leven toen een granaat voortijdig explodeerde. Een derde militair raakte zwaargewond. Volgens de commissie hield Defensie zich jarenlang niet aan de geldende normen. Defensie wist dat de munitie niet deugde en dat regels rond de veiligheid niet werden gevolgd. In drie gevallen was sprake van verwijtbaar handelen. Ook was er volgens de commissie te weinig aandacht voor de nabestaanden. Leren Demissionair minister Brekelmans spreekt van "pijnlijke conclusies". Volgens hem voelde Defensie de druk om ondanks bezuinigingen en reorganisaties toch goed inzetbaar te blijven. "Defensie wil daarvan leren. Er zijn inmiddels extra mensen aangenomen, de veiligheid is verbeterd en er is een onafhankelijk toezichthouder aangesteld. Maar het werk is nog zeker niet klaar." De nabestaanden zijn blij dat "eindelijk de waarheid boven tafel is gekomen", zei Jennifer Schouten tijdens de presentatie van het rapport. Zij is de weduwe van een van de twee omgekomen militairen. Ze heeft net als de commissie kritiek op het ministerie. "Nabestaanden voelden zich vaak niet serieus genomen." Eerdere onderzoeken Naar het ongeluk zijn al eerder onderzoeken ingesteld, niet alleen door Defensie zelf, maar ook door de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Uit dat onderzoek, dat verscheen in 2017, kwam al naar voren dat er ernstige tekortkomingen waren in de zorg voor de veiligheid van de militairen in Mali. Na het verschijnen van het rapport van de OVV stapte minister Hennis van Defensie op, samen met de Commandant der Strijdkrachten, Tom Middendorp.